|
Wat betreft de facturen ontvangen door particulieren, neemt de Btw-administratie volgend standpunt in (geldig tot 31 december 2012): |
|
Het komt voor dat, om verschillende redenen (uitdrukkelijk verzoek van de klant, interne organisatie, of andere), een belastingplichtige een factuur uitreikt aan een klant – natuurlijke persoon – die de goederen of de diensten bestemt voor privégebruik, hoewel in dat geval een ontheffing van factureringsplicht kan gelden. |
|
In dat geval dient de klant, in principe, de factuur te bewaren gedurende de bepaalde termijn van zeven jaar. De Btw-administratie aanvaardt evenwel, bij wijze van afwijking, dat deze termijn verminderd wordt tot vijf jaar te rekenen vanaf de eerste januari volgend op de datum van het stuk. |
|
Deze vermindering van de bewaringstermijn geldt uiteraard niet in hoofde van de belastingplichtige-leverancier van goederen of dienstverrichter wat betreft het dubbel van de uitgereikte factuur (Beslissing dd. 16.12.1997). |
|
Omtrent deze administratieve beslissing in de Senaat mondeling ondervraagd, deelt de minister van Financiën de analyse dat dergelijke verplichting verregaand is en stelt dat geen enkele particulier zijn facturen zo lang bewaart. De minister van Financiën heeft opdracht gegeven aan de Btw-administratie de mogelijkheid van een bijkomende verkorting van de termijn te onderzoeken of van een uitzondering op de verplichting tot het bewaren van facturen voor particulieren, behalve in welomlijnde gevallen, met name met het oog op een betere bescherming van de consument (Ref.) . |
|
De bewaringsplicht in hoofde van particulieren geldt onder meer voor facturen die overeenkomstig de btw-reglementering aan particulieren moeten worden uitgereikt (art. 53, § 2, eerste lid, 2° en 4° WBTW en art. 1 KB nr. 1). De facturen die door btw-plichtigen vrijwillig aan particulieren worden uitgereikt, moeten daarentegen voor de toepassing van de btw niet door laatstgenoemden worden bewaard. |
|
De vermindering van de bewaringstermijn geldt niet ten aanzien van facturen met betrekking tot een pas opgericht gebouw. Voor deze facturen geldt immers een bijzondere termijn. Op grond van art. 64, § 4 WBTW moet de eigenaar van zo’n gebouw de plannen en bestekken, alsmede de facturen betreffende de bouw ervan bewaren gedurende vijf jaar vanaf de datum van betekening van het kadastraal inkomen en ze voorleggen op ieder verzoek van de ambtenaren die belast zijn met de controle op de heffing van de btw. |
|
De bewaringsplicht geldt bovendien ten aanzien van de rekening of het ontvangstbewijs dat overeenkomstig art. 22, § 1 KB nr. 1 moet worden uitgereikt. De Administratie staat evenwel toe, dat de klanten die uitsluitend voor privédoeleinden handelen, alleen in het bezit moeten zijn van de rekening of het ontvangstbewijs op het ogenblik dat zij de inrichting verlaten en niet gehouden zijn tot enige andere bewaringsplicht van dit document (PV 365 dd. 16.03.2009). |