BIJVERDIENEN
De laatste jaren werden er reeds een aantal wettelijke mogelijkheden uitgewerkt om op beperkte schaal onbelast te kunnen bijverdienen zonder dat men zich als zelfstandige dient te registreren. Zodra men evenwel niet voldoet aan deze criteria en niet valt binnen het bestek van het onbelast bijverdienen dient men zich effectief als zelfstandige, al dan niet in bijberoep, te registreren hetgeen niet alleen een bijdrageverplichting, maar ook bijkomende administratieve verplichtingen met zich meebrengt.
In België kennen we drie wettelijke sociale statuten, de werknemer, de zelfstandige en de ambtenaar. Evenwel wordt vaak de vraag gesteld of deze opdeling nog afgestemd is op de snel evoluerende arbeidsmarkt waarin flexibiliteit vereist wordt en er heel wat mensen kiezen voor een ‘freelance–statuut’ of verscheidene statuten wensen te combineren.
De gegeven info beperkt zicht tot een overzicht van de voornaamste bestaande mogelijkheden om (al dan niet als zelfstandige) al dan niet onbelast te kunnen bijverdienen.
STATUUT STUDENT/ZELFSTANDIGE
Daar waar het werken via de deeleconomie inkomsten vrijstelt tot 6.130,00 EUR per jaar kunnen studenten in principe tot 7.073,00 EUR per jaar onbelast bijverdienen. Voor studenten is het dan vaak ook interessanter om te werken via het statuut student-zelfstandige. Sinds 1 januari 2017 kunnen ondernemende studenten die hun studies combineren met een zelfstandige beroepsactiviteit en die aan bepaalde voorwaarden voldoen, gebruik maken van het statuut student-zelfstandige.
Afhankelijk van het netto-belastbaar inkomen, moet de student al dan niet sociale bijdragen betalen. Er bestaan hierbij drie categorieën:
- De student-zelfstandige moet geen sociale bijdragen betalen als het inkomen lager ligt dan de helft van de minimumdrempel van een zelfstandige in hoofdberoep, zijnde minder dan 6.775,25 EUR (geïndexeerd bedrag 2018);
- Als het inkomen ligt tussen 6.775,25 EUR en 13.555,50 EUR (geïndexeerd bedrag 2018) betaalt de student-zelfstandige een verminderde bijdrage van 20,5 %, uitsluitend op het gedeelte van het inkomen dat boven de ondergrens ligt;
- Als het inkomen gelijk is aan of hoger is dan 13.550,50 EUR (geïndexeerd bedrag 2018) betaalt de student de bijdragen als een zelfstandige in hoofdberoep op al zijn inkomsten. De bijdrage zal dus minstens 694,46 EUR (2018) per kwartaal bedragen.
In tegenstelling tot het bijverdienen via de deeleconomie zal de student-zelfstandige zich wel dienen aan te sluiten als zelfstandige bij het sociaal verzekeringsfonds en er zijn dan administratieve verplichtingen.
VERENIGINGSWERK
In het kader van verenigingswerk mag men tot maximaal 6.310,00 EUR per jaar bijverdienen met bijklussen In dit bedrag zijn eventuele verplaatsingskosten en onkosten inbegrepen en het bedrag is van toepassing voor alle soorten klussen uit de deeleconomie, verenigingswerk en diensten van burger aan burger samen. Inkomsten uit het verenigingswerk en uit de diensten aan burgers mogen niet meer dan 510,83 EUR per maand bedragen. De activiteiten die kunnen worden uitgevoerd in het kader van verenigingswerk zijn beperkt tot een lijst van toegelaten activiteiten. Het verenigingswerk is evenwel beperkt tot werknemers die reeds minstens 4/5 werken, gepensioneerden en zelfstandigen. Het onbelast bijklussen voor verenigingswerk mag evenwel niet worden gecombineerd met professionele activiteiten voor dezelfde vereniging. Het is dus niet toegelaten om bij te klussen voor een vereniging waar je ook professionele werk levert of dat hebt gedaan in de afgelopen 12 maanden.
De vereniging moet via de onlinedienst “Bijklussen” info : https://www.bijklussen.be/nl/index.html aangifte doen van de activiteiten die onder dit regime werden verricht. In deze onlinedienst “Bijklussen” treft men als bijklusser een overzicht van alle klussen die voor zichzelf en door een vereniging werden aangegeven zodat men een overzicht heeft over hoeveel er nog kan worden bijgeklust. Diensten geleverd via een deeleconomieplatform zijn hier evenwel niet in opgenomen hoewel ze wel meetellen voor het maximum bedrag waarvoor kan worden bijverdiend.
BURGER AAN BURGER DIENSTEN – ONBELAST
Tot slot is er nog de mogelijkheid om onbelast bij te klussen in het kader van occasionele, betaalde diensten van een privépersoon aan een andere privépersoon. Deze diensten mogen niet professioneel zijn of worden geleverd via het platform van de deeleconomie. Er werd een lijst van toegelaten activiteiten opgesteld die in dit kader mogen worden uitgevoerd. Het gaat hierbij om onder meer oppas van kinderen, gezinsondersteunende diensten, zorg voor zorgbehoevende personen, geven van sportlessen, kleine onderhoudswerken aan of rondom de woning, occasionele of kleine huishoudelijke taken, etc. Deze klussen mogen niet met een vaste regelmaat worden gedaan.
Met bijklussen mag men 6.130,00 EUR per kalenderjaar verdienen met die beperking dat de inkomsten uit diensten aan burgers en verenigingswerk niet meer dan 510,83 EUR per maand mogen bedragen. Het bedrag van 6.130,00 EUR per kalenderjaar geldt voor alle inkomsten uit de drie soorten klussen samen, uit het verenigingswerk, uit het onbelast bijverdienen in het kader van diensten van burger aan burger en uit de activiteiten in de deeleconomie.
DEELECONOMIE
Onder deeleconomie worden de diensten verstaan die worden geleverd via een erkend “deeleconomieplatform”. Sinds de invoering van de deeleconomie kunnen particulieren aan andere particulieren diensten leveren mits de tussenkomst van een door de overheid erkent online platform. Via het nieuwe wettelijke kader van de deeleconomie kan er tot maximaal 6.130,00 EUR per jaar worden bijverdiend. In dit bedrag zijn de eventuele verplaatsingskosten en onkosten inbebrepen.
De sociale zekerheidswetgeving sluit de personen die in België occasioneel activiteiten uitvoeren in het kader van de deeleconomie en waarvan het inkomen onder de hiervoor vastgestelde grens ligt, uit van de verzekeringsplicht in het sociaal statuut van de zelfstandigen (artikel 5ter van het KB nr. 38). Concreet wil dit zeggen dat er geen administratieve of registratieverplichtingen verbonden zijn aan het leveren van prestaties onder deze voorwaarden voor een dergelijk platform.
De inkomsten die men verdient via een deeleconomieplatform moeten enkel worden aangegeven in de aangifte personenbelasting en moeten dus (in tegenstelling tot de inkomsten uit verenigingswerk niet worden aangegeven via de online dienst Bijklussen. Hierdoor moet men evenwel zelf bijhouden hoeveel de verdiensten in het kader van de deeleconomie op jaarbasis bedragen.
VOOR DE VOLLEDIGHEID : DE GEWONE ZELFSTANDIGE
Komt men niet in aanmerking om onbelast bij te klussen onder een van de hierboven vermelde regimes, bijvoorbeeld omdat er geen erkenning is voor een platform van de deeleconomie, dan zal men zich als zelfstandige in hoofdberoep of in bijberoep moeten registreren bij het sociaal verzekeringsfonds. Hierdoor moet men uiteraard eveneens voldoen aan alle administratieve verplichtingen die het sociaal statuut voor de zelfstandige met zich meebrengt.
Het is mogelijk om zich te registreren als zelfstandige in bijberoep indien er voldaan is aan de volgende voorwaarden:
Naast de zelfstandige activiteit werkt men in loondienst voor een werkgever:
- Als arbeider of bediende werkt men minstens de helft van het aantal uren van een voltijdse werknemer;
- Als ambtenaar werkt men minstens de helft van het aantal arbeidsuren van een voltijdse betrekking. Een voltijdse betrekking loopt over den minste 8 maanden of 200 dagen per jaar;
- Als onderwijzer met een vaste benoeming werkt men ten minsten 6/10 van een volledig uurrooster en als contractueel onderwijzer minstens 5/10 van een volledig uurrooster.
- Indien u niet aan deze voorwaarden voldoet dan moet u verplicht als zelfstandige in hoofdberoep registreren en op basis van hoofdberoep sociale zekerheidsbijdragen betalen. In bepaalde gevallen kan evenwel het statuut van bijberoep worden gecombineerd met tijdskrediet of Vlaams zorgkrediet.